Historie
Al vier generaties klompenmakers Ten Hagen.
In 1882 begon Hermanus ten Hagen op wat toen bekend stond als bouwplaats (boerderij) "De Kranenkamp" een klompenmakerij. Het vak had hij geleerd van een oom van moeders kant. Om rond te kunnen komen hielden veel boeren er in die tijd nevenwerkzaamheden op na.
Handwerk.
Het handmatig uithollen van de klomp met een dopboor was vroeger volledig en zwaar handwerk. Dit werd voornamelijk in de wintermaanden gedaan want in de zomer waren alle handen op het land nodig. Het maken van de klompen gebeurde met behulp van speciaal daarvoor geschikte gereedschappen. Uit de bollens (houtblokken) werd eerst de buitenvorm gehakt en vervolgens besneden met een paalmes. Vervolgens werd met dopboor, spaanmes en krul het voetgat uitgewerkt. Een goede klompenmaker kon zo vier tot vijf paar klompen op een dag maken.
Met de tijd mee.
Tot in 1927 werden op deze wijze de klompen bij Ten Hagen vervaardigd. Toen de zoon van Hermanus, ook Herman geheten, in het bedrijf kwam veranderde er echter veel. Als één van de eersten in Nederland schafte hij een kopiëer- en een boormachine aan die hem een aantal handelingen uit handen namen. Het begin van de machinale klompenfabrikage was een feit.
In 1945 kwam Johan als derde generatie in het bedrijf. Hij ontpopte zich als erkend vakman en mocht zich maar liefst vijf keer Nederlands Kampioen klompen maken noemen in zowel de categorieën hoge- en lage draagklompen en kinderklompen. De klompenmakerij begonnen de hoofdwerkzaamheden te vormen op de boerderij waar nog wat vee en een kippenvermeerderingsbedrijf werden gehouden.
Huidige generatie.
Tegenwoordig runt Herman de klompenmakerij. Een vierde generatie in een unieke situatie. Ontwikkelingen in de omgeving schiepen nieuwe mogelijkheden voor Herman en diens echtgenote Greta. Vlak bij de boerderij en de klompenmakerij ontstond sinds 1964 een zandafgraving welke zich gaandeweg ontwikkelde tot een druk bezochte recreatieplas en thans een ca. 75 ha. groot recreatiegebied genaamd 't Hilgelo vormt. Herman en Greta zagen mogelijkheden in de toeristische sector en begonnen in 1995 naast de klompenmakerij als bedrijfstak een camping.